Spraak

We spreken in zinnen die bestaan uit woorden, lettergrepen en letters. Elke letter heeft zijn eigen klank en woorden bestaan uit verschillende klanken achter elkaar. Kinderen leren de klanken door hun ouders / opvoeders na te doen. Door het verkeerd uitspreken van een letter of lettercombinatie krijgen woorden een andere betekenis.

Onder spraakproblemen verstaan we: Vertraagde spraakontwikkeling, Verbale ontwikkelingsdyspraxie, Slissen en lispelen, Nasaliteitsstoornis, Dysartrie, Verbale apraxie.

Vertraagde spraakontwikkeling

De spraakontwikkeling is vertraagd wanneer een jong kind in zijn spraak duidelijk achterblijft bij leeftijdsgenootjes. Het kind spreekt sommige klanken niet of incorrect uit en de omgeving vindt het lastig om het kind te verstaan en te begrijpen. Dit kan tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Een vertraagde spraakontwikkeling kan samenhangen met slechthorendheid, maar het komt vaak voor dat het kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.

 

Behandeling

De logopedist doet onderzoek naar de spraak van het kind. Er kan aanvullend onderzoek en eventueel behandeling van een kinderarts of KNO-arts nodig zijn. De behandeling is gericht op het verbeteren van het luistergedrag van het kind en het stimuleren van de juiste uitspraak. Hierbij is de samenwerking met de ouders/verzorgers erg belangrijk.

In het algemeen geldt dat een vertraagde spraakontwikkeling goed te behandelen is, zeker als de problemen al op jonge leeftijd onderkend worden. Kinderen kunnen hiervoor al voor hun tweede levensjaar bij de logopedist terecht.

Verbale ontwikkelingsdyspraxie

Een verbale ontwikkelingsdyspraxie is een spraakstoornis die te maken heeft met de beweging: de mond wil niet op de juiste manier bewegen. Het kind heeft problemen met het programmeren, afstemmen en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor het spreken. Door deze stoornis zijn de klanken soms onherkenbaar of komen ze op de verkeerde plaats in het woord terecht. Het komt voor dat het kind de klank in het ene woord wel en in het andere woord niet kan maken. Het kan zelfs zo zijn dat het woord de ene keer wel en de andere keer niet goed uitgesproken wordt. Ook eten, drinken, blazen en zuigen kunnen moeilijk zijn. Kinderen met deze problemen hebben deskundige hulp nodig, want het gaat niet vanzelf over.

 

Behandeling

De logopedist onderzoekt de spraak en de mondmotoriek van het kind, observeert het eten en drinken en stelt een diagnose. Soms is onderzoek door een medisch specialist nodig.

In de behandeling leert het kind de spraakbewegingen aan te sturen. De bewegingen van de tong, lippen, kaken en het gehemelte worden geoefend om de klanken nauwkeurig te kunnen maken. Het kind wordt hierdoor vaardiger in het sturen van de bewegingen van de mond. Dit vereist een geregelde en consequente training, ook thuis. De therapie kan al op zeer jonge leeftijd (twee á drie jaar) starten.

Slissen en lispelen

Bij slissen of lispelen wordt de tong vaak tussen de tanden gestoken bij de [s], maar ook bij andere klanken zoals de [t] en de [d]. Ook kan het zijn dat de tong zijwaarts tussen de kiezen wordt geschoven. Er ontstaat dan een onzuiver [s] geluid. Oorzaak is vaak te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de mondmotoriek of het verkeerd aanleren van de [s]. In ernstige gevallen wordt het spreken slecht verstaanbaar, wat soms als zeer storend wordt ervaren.

 

Behandeling

De logopedist onderzoekt de oorzaak van het slissen/lispelen. Bij de behandeling worden er oefeningen gedaan om de mondmotoriek te verbeteren. Daarna wordt er aandacht besteed aan het onderscheid tussen een goede en foute [s]. Hierbij worden luisteren, kijken en voelen ingeschakeld.

De behandeling van slissen en lispelen slaat vaak het beste aan als het kind al iets ouder is, rond 5 jaar.

Nasaliteitsstoornis

Er is sprake van een nasaliteitsstoornis of neusspraak wanneer de klank van de spraak te veel of juist te weinig door de neus wordt gemaakt.

Bij een teveel aan lucht door de neus (open neusspraak) zijn verschillende oorzaken: een aangeboren lip-, kaak- en/of gehemeltespleet, een verlamming van de spieren in het gehemelte (na een hersenbloeding), verminderde spierkracht (bij ALS of Parkinson).

Soms klinkt de spraak juist alsof de neus verstopt zit, dan komt er te weinig lucht door de neus (gesloten neusspraak). De oorzaak kan een scheef neustussenschot zijn of een vergrote neusamandel. De KNO-arts stelt de diagnose.

 

Behandeling

De logopedist onderzoekt de ernst van de nasaliteitsstoornis en de invloed op de verstaanbaarheid. In sommige gevallen moet er eerst medisch of chirurgisch ingegrepen worden voordat de logopedische behandeling kan beginnen. Bij open neusspraak bestaat de behandeling uit oefeningen om de gehemeltespieren te activeren en een pittige uitspraak aan te leren. Bij een gesloten neusspraak ligt het accent juist op het beter leren gebruiken van de neusweg.

Dysartrie

Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die nodig zijn voor de stemgeving en uitspraak onvoldoende. Oorzaken van een dysartrie zijn een beroerte (CVA), een spierziekte (zoals ALS) of een neurologische aandoening (zoals Parkinson). Deze aandoeningen komen vooral bij volwassenen en ouderen voor.

De communicatie bij mensen met dysartrie is gestoord omdat ze moeilijk te verstaan zijn. Dit kan komen door een onduidelijke uitspraak, een te zachte en/of hese stem, en eentonig of nasaal spreken.

 

Behandeling

Via de huisarts, neuroloog of revalidatiearts wordt de cliënt naar de logopedist verwezen. De logopedist doet onderzoek naar het gevoel en het functioneren van de spieren in het aangezicht. Ook wordt de stem en de verstaanbaarheid beoordeeld.

De behandeling is gericht op het verbeteren van de verstaanbaarheid. De cliënt leert optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden. Mondmotoriek, uitspraak, ademhaling en stemgeving worden behandeld.

Als de cliënt ook met logopedische behandeling niet tot verstaanbaar spreken komt, zal de logopedist samen met de cliënt een geschikt communicatiemiddel zoeken.

Verbale apraxie

Bij een verbale apraxie werken de spieren nog goed, maar geeft het aansturen van de spieren problemen. De oorzaak hiervan is hersenletsel door een beroerte, ongeluk of hersentumor.

Het meest opvallende kenmerk is het voortdurende zoeken naar de juiste articulatie van de klanken. Het zijn niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven.

 

Behandeling

De logopedist onderzoekt de spraak, de verstaanbaarheid en de mondmotoriek en stelt een diagnose. Soms is onderzoek van een medisch specialist nodig. De behandeling richt zich op het verbeteren van de verstaanbaarheid en het vertragen van het spreektempo.

Afspraak maken?

Bel ons dan op 0182 – 769 236
Of stuur ons een email naar info@logopedieschoonhoven.nl